Alice is een slimme klein meisje. Op een rustige middag zit ze bij het vuur met haar zwarte kitten. Ze kijkt naar een schaakbord en een pak kaarten op de schoorsteenmantel. Oom Lewis, die van verhalen houdt, glimlacht en zegt dat hij misschien op een dag een verhaal zal schrijven over een dapper meisje genaamd Alice. Alice kijkt in een grote spiegel. Ze vraagt zich af wat er aan de andere kant van de kamer is. Ze voelt zich slaperig, en het warme vuur maakt haar ogen zwaar. In haar droom wordt de spiegel zacht als mist. Alice stapt erdoorheen en vindt een nieuwe kamer die op de hare lijkt, alleen is alles omgekeerd.
Twee koninginnen verschijnen, de Rode Koningin en de Witte Koningin. Ze spreken vriendelijk en vertellen Alice dat het leven hier als een gigantisch spel is. Als ze het land vierkant voor vierkant doorkruist, kan ze ook een koningin worden. Alice wil het proberen. De Rode Koningin neemt haar hand en zegt dat ze heel snel moeten rennen om op dezelfde plek te blijven. Ze rennen totdat Alice lacht en om een pauze vraagt. De koningin geeft haar een klein koekje en zegt dat Alice op een dag, met geduld en moed, het laatste vierkant zal bereiken. De koninginnen verdwijnen, en een Witte Konijn in een jas haast zich voorbij met een horloge in zijn poot.
Alice is nieuwsgierig en volgt. Ze pakt zijn gevallen waaier en handschoenen op, en legt ze daarna weer voorzichtig neer. Ze ziet veel deuren die te hoog zijn voor haar kleine handen, maar ze blijft kalm en kijkt om zich heen. Op een tafel vindt ze een klein sleuteltje en een klein flesje met het etiket Drink me. Omdat het flesje niet het etiket vergif heeft en omdat dit een vriendelijk verhaal is, neemt Alice een voorzichtige slok. Het smaakt naar kersentaart en warme toast. Ze voelt zichzelf groeien tot precies de juiste grootte om een kleine deur te bereiken. Achter die deur ziet ze een heldere tuin vol bloemen.
Alice glimlacht. Ze weet dat in dit land dingen vreemd maar niet eng zijn. Ze stapt de tuin binnen en ontmoet een hoge rode roos en drie drukke tuinmannen die witte rozen rood verven omdat ze een vergissing hebben gemaakt. Alice vertelt hen vriendelijk dat fouten opgelost kunnen worden. Verderop ontmoet ze een Witte Koningin die praat over achteruit leven en een Rode Koningin die van orde houdt. Alice luistert, stelt vragen en leert dat iedereen in Wonderland op een andere manier denkt. Al snel zweeft er een zachte glimlach boven een boom. Een Cheshire Kat verschijnt en verdwijnt, en laat alleen zijn glimlach achter.
De kat vertelt Alice dat iedereen hier een beetje gek is, wat alleen betekent dat iedereen prachtig anders is. Hij wijst de ene kant op naar een theefeest en de andere kant op naar een hertogin die van peper in haar soep houdt. Alice kiest voor het theefeest. Aan een lange tafel ontmoet ze de Maartse Haas, de Hoedenmaker en een slaperige Dromer. De tafel is vol met kopjes en borden. De vrienden roepen "Geen plek!", lachen en maken ruimte voor Alice. Ze stellen gekke raadsels zoals "Waarom is een raaf als een schrijfbureau?", maar niemand weet het antwoord, en dat is prima.
De tijd voelt grappig aan tafel, en de klok zegt altijd dat het tijd is voor thee. Alice proeft een klein cakeje en een slokje thee. Ze gebruikt vriendelijke woorden, zelfs als de grappen verwarrend zijn. Wanneer het gesprek te druk wordt, bedankt ze hen en loopt verder. Op een rustige plek ziet Alice een grote paddenstoel. Bovenop zit een blauwe Rups met een waterpijp. Hij vraagt: "Wie ben jij?" Alice zegt dat ze het niet helemaal zeker weet, omdat ze zich de hele dag groot en klein en anders heeft gevoeld. De Rups zegt dat de ene kant van de paddenstoel je langer laat groeien en de andere kant je korter maakt.
Alice neemt kleine hapjes totdat ze zich precies goed voelt, niet te lang en niet te klein. Ze blijft verkennen en komt bij een strand waar een Gryphon en een Nep-Schildpad praten over een zachte dans bij de zee. Ze zingen over iets sneller lopen en doen alsof ze kreeften in de golven gooien, maar in deze versie lachen ze alleen en klappen. Alice doet voorzichtig een stap of twee mee en bedankt hen voor het lied. Vervolgens wordt Alice uitgenodigd voor een spelletje croquet. Flamingo's zijn de hamers en egels zijn de ballen, maar in Alices kinderdroom worden de dieren niet als speelgoed gebruikt.
In plaats daarvan gebruiken iedereen zachte houten hamers en gevulde ballen. De Hartenkoningin houdt van een net spel en spreekt met een luide stem, maar ze leert ook om alsjeblieft en dank je wel te zeggen. De Koning telt de beurten. De Witte Konijn brengt berichten en blaast trots op zijn trompet. Alice speelt eerlijk en helpt anderen om hun beurt te nemen. Na het spel staat er een bord met taarten op een tafel. Er gebeurt een klein misverstand, en niemand kan de laatste taart vinden. De Koning en Koningin houden een vriendelijke rechtszitting om de puzzel op te lossen. De juryleden schrijven hun namen op, zodat ze ze niet vergeten.
De Hoedenmaker komt binnen met een theekopje. De Maartse Haas knikt. De Drommelse knippert met zijn ogen en wordt wakker. De Hertogin schudt haar peperpot, maar iedereen zegt te veel Achoo, dus stopt ze het weg en glimlacht. De Witte Konijn leest een klein gedichtje dat niet veel zin heeft. Alice steekt haar hand op en zegt dat woorden soms gewoon voor de lol zijn. Dan ziet ze een kruimel op de jas van de Witte Konijn en een beetje jam op de mouw van de Hoedenmaker. Ze kijkt naar het bord en ziet een kleine taart onder de servet. Met rust en zorg zegt Alice: Hier is het.
De Koningin klapt. De Koning lacht. Het hof juicht. Iedereen deelt de taartjes, en elke vriend krijgt een klein zoet hapje. De menigte bedankt Alice voor haar heldere ogen en haar vriendelijke hart. De koninginnen herinneren zich hun belofte. Ze leiden Alice over het laatste plein van de schaakbordtuin. Trompetten klinken. Een zachte kroon verschijnt, licht als een lint, en rust op Alices hoofd. Koningin Alice, zeggen ze, niet omdat ze anderen regeert, maar omdat ze zichzelf regeert met geduld, moed en een zachte stem. Muziek zweeft in de lucht.
De bloemen buigen. De glimlach van de Cheshire Kat straalt als de maan. Alice denkt aan haar kitten thuis, aan boeken, aan theetijd, en aan haar warme stoel bij het vuur. Ze zwaait naar haar nieuwe vrienden en bedankt hen voor de dag. De koningin knuffelt haar. De Witte Konijn buigt. De Hoedenmaker draait zijn hoed. De Maartse Haas klapt. De Dromer mumelt welterusten. De Rups gaapt. De Nep-Schildpad en de Griffoen neuriën een deuntje. De spiegelkamer wordt weer zacht, als ochtendnevel. Alice stapt terug en gaat zitten in haar gezellige stoel.
Oom Lewis leunt naar voren en zegt dat het tijd is voor thee. Alice opent haar ogen. Ze glimlacht en vertelt hem over een plek waar je heel snel rent om op dezelfde plek te blijven, waar een kat kan grijnzen, waar een theefeest nooit eindigt, en waar nieuwsgierig zijn de beste soort magie is. Ze aait haar kitten en denkt aan de lessen die ze heeft geleerd: Stel vriendelijke vragen. Wees dapper als dingen nieuw zijn. Neem kleine hapjes als problemen groot aanvoelen. Help anderen. Houd je hoofd helder en kalm. Dan lacht ze en zegt dat ze misschien, heel misschien, Wonderland weer zal bezoeken in een andere droom.
Het vuur knispert zachtjes. De kitten spint. En Alice, blij en veilig, geniet van warme thee thuis.